Uit de vandaag gepubliceerde Stemwijzer van ProDemos, blijkt dat een ruime meerderheid van de politieke partijen van de verhuurderheffing af wil. Vertaald naar de laatste peilingen uit de Peilingwijzer, scoren de partijen die de heffing willen afschaffen 90 zetels. De partijen die de heffing willen verlagen zijn in de peilingwijzer goed voor 32 zetels. Een kleine minderheid, op dit moment goed voor 28 zetels in de peiling, wil de huidige verhuurderheffing behouden of zelfs verhogen.De verhuurderheffing is een belasting die verhuurders betalen over de waarde van hun sociale huurwoningen, oplopend tot 2 miljard euro. Deze heffing leidt tot hogere huurprijzen en minder investeringen in nieuwbouw en woningverbetering. De VVD en SGP willen de heffing behouden. Het CDA en D66 willen de heffing verlagen, de rest van de partijen is het eens met de stelling dat de verhuurderheffing moet worden afgeschaft.
Woonbonddirecteur Ronald Paping: ‘Het is goed om te zien dat er een meerderheid ontstaat tegen deze onrechtvaardige belasting. De huurprijzen zijn door de verhuurderheffing voor veel huurders onbetaalbaar geworden, en woningzoekenden lopen tegen lange wachtlijsten aan. Een nieuw kabinet moet inzetten op betaalbare huurprijzen en voldoende aanbod van huurwoningen.’
De Woonbond bracht vorige week nog een analyse naar buiten van de invloed van de verhuurderheffing op de sociale huursector. Om de verhuurderheffing te kunnen betalen hebben verhuurders vanaf 2013 veel hogere huurverhogingen kunnen doorvoeren. Voor het aantreden van Rutte II in 2012 lag de prijs voor een sociale huurwoning gemiddeld op €457,-. In 2016 ligt dit gemiddelde op €525,-, een gemiddelde stijging van 15%. Gemiddeld betaalt een sociale huurder per jaar €816,- meer. Het aantal nieuw gebouwde woningen kelderde door de heffing. Bouwden corporaties in 2010 nog bijna 30.000 woningen, in 2015 waren dit er nog maar 16.400.
